Dag 16
Dag 16.
Een lange vermoeiende dag. Bijna vijfhonderd kilometer, waarvan de laatste honderd over gravelroad door het Krueger Park. We zijn vroeg aan het ontbijt en om acht uur zijn we al onderweg. Het rijden door Swasiland bevalt ons beter dan de vorige keren. Het is groener maar alles lijkt ook schoner dan de laatste keren dat we hier waren. Een groot nadeel is dat je niet echt kunt doorrijden. Continue snelheidslimieten van zestig, tachtig en af en toe eens honderd kilometer.
Als we de grens gepasseerd zijn, en dat gaat nu binnen een kwartier, rijden we door het dorp en langzaam verhoog ik mijn snelheid. Mmidden op straat staat een, weer zeer vriendelijke, politiejuffrouw die mij probeert uit te leggen dat ik achtentachtig reed, daar waar maar zestig is toegestaan. Ik was en ben nog steeds van mening dat ik het dorp allang uit ben. Maar een discussie, twintig meter voor het bordje “honderd” heeft geen zin. De juffrouw, gezetten op een grote koffer, hanteerd een lasergun en roept achtentachtig. Dat is dan duizend rand roept ditmaal een mannelijke agent. Drieduizend roept de volgende. Dat belooft wat. De mannelijke agent kan blijkbaar het beste schrijven en een soortgelijk boek als ik gisteren en eergisteren al op het politiebureau gezien heb wordt weer te voorschijn gehaald en ingevuld. Of ik haast heb, vraagt de agent. Nee, zeg ik, ik ben op vakantie dus heb eigenlijk alle tijd. Mooi. Hoeveel geld heb je bij je, vraagt de agent weer, om er vervolgens aan toe te voegen, want ik wil niet je hele vakantie gaan bederven! Ik kijk in mijn beurs en heb nog 150 rand. Dit lijkt me een iets te ongeloofwaardig bedrag voor een europese vakantieganger, en zeg: vierhonderd! Hij schrijft vierhonderd op het formulier en geeft het aan mij. Wel even op het politiebureau gaan betalen. Dus rijden we terug het dorp in het zoeken het bureau.
Hier volgt de inmiddels bekende procedure inclusief de grote niettang. Dan zijn we weer op weg. Ieder verkeersbord is nu een uitdaging. Iedere witte pickup langs de kant van de weg een obstakel. We komen nog zeker drie controles tegen en nog legio politieauto's, maar overal mogen we doorrijden en komen uiteindelijk aan in de lodge waar we drie nachten verblijven. Het vertrouwen in onze routebeschrijving is inmiddels tot het nulpunt gedaald. Met onze eigen kaarten en de juffrouw op de voorruit als begeleidende gids vinden we toch de goede weg.
Het is ondertussen drie uur! We zijn dus zeven uren onderweg geweest. Afgezien van het kwartier aan de grens en het half uur oponthoud met de lokale politie, is dit ruim meer dan de vijf uur die hiervoor aangegeven waren. Weer een les geleerd.
We worden als koningen ontvangen en Jolanda en Maarten worden nog gefeliciteerd met hun huwelijk. De trommeltjes hier werken blijkbaar beter dan het internet. Men heeft met de lunch gewacht en dat is maar goed ook. Na zo'n lange rit lusten we allemaal wel iets. De lunch is perfect en we eten dan ook met veel plezier ons bordje leeg. Dan hebben we nog tien minuten. Onze eerste game drive in Dullini is aanstaande.
Graig is onze driver. Hij geeft voordat we weg gaan nog wqat instructies van wat je wel en niet geacht wordt te doen gedurende een drive in de bush. Dan gaan we op pad. We achtervolgen een vrouwelijk luipaard. Volgen in de meest letterlijke zin. Van het pad af, tussen, langs, over en door de bomen heen. Het is een heel avontuur. Dan begint het plotseling te regenen. Snel onze cape's aan. Ditmaal zonder problemen. In de verte rommelt het en zien we de bliksem in slaan. We rijden terug. Moe, nat maar optimistisch over wat we weer gezien hebben.
Het avondeten bestaat uit een salade, gevolgd met een biefstuk met aardappelpuree. Veronika eet een zal forel. We zoeken nog een lekkere wijn uit en genieten verder van de avond. Morgen om vijf weer op!
Dullini, 7 december.
Buiten is er een hoge luchtvochtigheid, binnen lekt de airco een meertje in de lounch.Dag 16.
Een lange vermoeiende dag. Bijna vijfhonderd kilometer, waarvan de laatste honderd over gravelroad door het Krueger Park. We zijn vroeg aan het ontbijt en om acht uur zijn we al onderweg. Het rijden door Swasiland bevalt ons beter dan de vorige keren. Het is groener maar alles lijkt ook schoner dan de laatste keren dat we hier waren. Een groot nadeel is dat je niet echt kunt doorrijden. Continue snelheidslimieten van zestig, tachtig en af en toe eens honderd kilometer.
Als we de grens gepasseerd zijn, en dat gaat nu binnen een kwartier, rijden we door het dorp en langzaam verhoog ik mijn snelheid. Mmidden op straat staat een, weer zeer vriendelijke, politiejuffrouw die mij probeert uit te leggen dat ik achtentachtig reed, daar waar maar zestig is toegestaan. Ik was en ben nog steeds van mening dat ik het dorp allang uit ben. Maar een discussie, twintig meter voor het bordje “honderd” heeft geen zin. De juffrouw, gezetten op een grote koffer, hanteerd een lasergun en roept achtentachtig. Dat is dan duizend rand roept ditmaal een mannelijke agent. Drieduizend roept de volgende. Dat belooft wat. De mannelijke agent kan blijkbaar het beste schrijven en een soortgelijk boek als ik gisteren en eergisteren al op het politiebureau gezien heb wordt weer te voorschijn gehaald en ingevuld. Of ik haast heb, vraagt de agent. Nee, zeg ik, ik ben op vakantie dus heb eigenlijk alle tijd. Mooi. Hoeveel geld heb je bij je, vraagt de agent weer, om er vervolgens aan toe te voegen, want ik wil niet je hele vakantie gaan bederven! Ik kijk in mijn beurs en heb nog 150 rand. Dit lijkt me een iets te ongeloofwaardig bedrag voor een europese vakantieganger, en zeg: vierhonderd! Hij schrijft vierhonderd op het formulier en geeft het aan mij. Wel even op het politiebureau gaan betalen. Dus rijden we terug het dorp in het zoeken het bureau.
Hier volgt de inmiddels bekende procedure inclusief de grote niettang. Dan zijn we weer op weg. Ieder verkeersbord is nu een uitdaging. Iedere witte pickup langs de kant van de weg een obstakel. We komen nog zeker drie controles tegen en nog legio politieauto's, maar overal mogen we doorrijden en komen uiteindelijk aan in de lodge waar we drie nachten verblijven. Het vertrouwen in onze routebeschrijving is inmiddels tot het nulpunt gedaald. Met onze eigen kaarten en de juffrouw op de voorruit als begeleidende gids vinden we toch de goede weg.
Het is ondertussen drie uur! We zijn dus zeven uren onderweg geweest. Afgezien van het kwartier aan de grens en het half uur oponthoud met de lokale politie, is dit ruim meer dan de vijf uur die hiervoor aangegeven waren. Weer een les geleerd.
We worden als koningen ontvangen en Jolanda en Maarten worden nog gefeliciteerd met hun huwelijk. De trommeltjes hier werken blijkbaar beter dan het internet. Men heeft met de lunch gewacht en dat is maar goed ook. Na zo'n lange rit lusten we allemaal wel iets. De lunch is perfect en we eten dan ook met veel plezier ons bordje leeg. Dan hebben we nog tien minuten. Onze eerste game drive in Dullini is aanstaande.
Graig is onze driver. Hij geeft voordat we weg gaan nog wqat instructies van wat je wel en niet geacht wordt te doen gedurende een drive in de bush. Dan gaan we op pad. We achtervolgen een vrouwelijk luipaard. Volgen in de meest letterlijke zin. Van het pad af, tussen, langs, over en door de bomen heen. Het is een heel avontuur. Dan begint het plotseling te regenen. Snel onze cape's aan. Ditmaal zonder problemen. In de verte rommelt het en zien we de bliksem in slaan. We rijden terug. Moe, nat maar optimistisch over wat we weer gezien hebben.
Het avondeten bestaat uit een salade, gevolgd met een biefstuk met aardappelpuree. Veronika eet een zal forel. We zoeken nog een lekkere wijn uit en genieten verder van de avond. Morgen om vijf weer op!
Dullini, 7 december.
Buiten is er een hoge luchtvochtigheid, binnen lekt de airco een meertje in de lounch.
Foto/Reis Boeken Spirits of Africa
|
|||||