Dag 7 - Op weg naar de eenzaamheid.
De zon schijnt. De lucht is helder blauw. We zijn de enige gasten vandaag. Onze gastheer wijst ons een mooie route langs de kust om naar Lambertsbay te rijden. Een route binnendoor, over gravelroad en kleine weggetjes. Deze route is zeker een uur korter dan dat onze mevrouw uit het navigatiesysteem voor ons gepland heeft. Met een beetje weemoed vetrekken we vanuit dit mooie plekje naar onze volgende bestemming.
Zoals voorspeld gaat onze reis over gravelroad, heuvelje op en af en langs een mooie kust. Het landschap is verlaten en wordt alleen ingevuld door struiken bomen en bloemen. Af en toe steekt er een spierwitte duintop bovenuit. Het helder witte zand reflecteert in het zonlicht en is van verre zichtbaar. Onderweg worden we nog even kort opgehouden door een kudde schapen die de openbare weg gekozen hebben om naar hun volgende bestemming te gaan.
Lambertsbay is de tweede verrassing van deze vakantie. Het hotel doet ons denken aan onze Sani-Pass ervaring (Zuid-Afrika 2004), maar zeker ook aan ons hotelletje in Keetmanshoop (Namibie 2006). Een groot hotel dat glanst op de foto's van twintig jaar geleden, maar dat nu bedekt is met de stof van vergane glorie. Lange, zware stoffige gordijnen en een platgetrapte pluche vloerbedekking vormen het décor voor de schilderijen die aan het begin van de vorige eeuw aan een inmiddels roestige spijker zijn opgehangen.
We zijn nogal vroeg. Het is twaalf uur. De “feldwebel” achter de balie maakt ons in korte en krachtige zinnen duidelijk dat we te vroeg zijn en dat onze kamer pas om twee uur gereed is. Dit laatste verbaast ons want volgens ons zijn we de enige gasten hier! Omdat we niet welkom zijn gaan we weer terug naar waar we vandaan komen en rijden door de omgeving op zoek naar een gelegenheid om te lunchen. Helaas bevinden alle restaurants in dit dorp zich in dezelfde straat. Echter, deze straat zullen we tijdens onze rondrit structureel missen. We rijden rechts het dorp uit. Hier licht het bekende openluchtrestaurant waar we ongeveer een kwartier geleden langs gereden zijn. Bij aankomst blijkt het echter een dicht openlucht restaurant te zijn. We maken rechtsomkeert en rijden nog tien kilometer de andere kant op. Ook hier vinden we uiteindelijk een dicht openluchtrestaurant.
Omdat we geen alternatieven kunnen verzinnen rijden we met flinke tegenzin terug naar het hotel. Een klein kaal en ongezellig cafe, de Lobster Port, is onderdeel van het hotel, en heeft een menukaart met eenzelfde uitstraling. We bestellen ieder een kleinigheid, salade en een ckickenburger en drinken er een glaasje water bij. We moeten uiteindelijk wel de moed erin houden. Tijdens de maaltijd bladeren we door een aantal folders die we inmiddels bij de balie ontvoerd hebben en vinden zo een aantal adressen die we vanmiddag nog kunnen bezoeken.
Om twee uur is onze kamer klaar en hijssen we onze koffers langs een aantal trappen, door de pluche naar boven. We hebben een kamer met balkon en uitzicht op de fabrieksschoorsteen. Tussen de gebouwen door zien we in de verte het blauw van de zee. We verzamelen onze fotospullen en verlaten het hotel bijna net zo snel als dat we het binnengekomen zijn. Als we de straat uit rijden komen we aan de haven. Deze straat hebben we vanmorgen structureel gemist. Hier liggen een aantal restaurans en curiosity shops.
We zoeken een plaatsje op het terras en bestellen een flesje wijn. Omdat het in de zon best wel warm is, zoeken we een plekje in de schaduw. Tegen vijf uur verlaten we het terras en lopen langzaam richting het vogeleiland. De ondergaande zon zorgt voor mooi licht en de af en aan vliegende meeuwen geven de valse start van deze middag toch nog enige glans. Als we de haven verlaten worden we nog vergezeld door de plaatselijke jeugd die hun schelpenkettingen willen verkopen. We kopen niets maar we vullen wel een aantal gierige handen met snoep, hetgeen een aantal dankies en lachende gezichten oplevert.
“Dineren” doen we in het hotel. Als voorgerecht bestellen we gebakken Camembert met rode bessensaus. Hoofdgerecht zal bestaan uit spareribs. De naam van het voorgerecht had eigenlijk anders moeten zijn. Zoiets als: Een bordje met rode bessensaus met als zoekplaatje filodeeg met daarin verborgen, misschien, eventueel, met veel geluk, gesmolten camembert. Gordon Ramsey zou hier spontaan een hoestbui van hebben gekregen!
Het hoofdgerecht was niet veel beter. Morgen en overmorgen eten we in ieder geval buitenshuis!
Lambertbay Hotel.
Dit is beslist geen plek waar je mensen vrijwillig naar toe laat gaan. Wel een plek om ervaring op te doen. Ervaring die je kunt missen.
Lambertsbay, 13 september.
Buiten is het de dertiende, bijgelovig zijn we gelukkig niet.
De zon schijnt. De lucht is helder blauw. We zijn de enige gasten vandaag. Onze gastheer wijst ons een mooie route langs de kust om naar Lambertsbay te rijden. Een route binnendoor, over gravelroad en kleine weggetjes. Deze route is zeker een uur korter dan dat onze mevrouw uit het navigatiesysteem voor ons gepland heeft. Met een beetje weemoed vetrekken we vanuit dit mooie plekje naar onze volgende bestemming.
Zoals voorspeld gaat onze reis over gravelroad, heuvelje op en af en langs een mooie kust. Het landschap is verlaten en wordt alleen ingevuld door struiken bomen en bloemen. Af en toe steekt er een spierwitte duintop bovenuit. Het helder witte zand reflecteert in het zonlicht en is van verre zichtbaar. Onderweg worden we nog even kort opgehouden door een kudde schapen die de openbare weg gekozen hebben om naar hun volgende bestemming te gaan.
Lambertsbay is de tweede verrassing van deze vakantie. Het hotel doet ons denken aan onze Sani-Pass ervaring (Zuid-Afrika 2004), maar zeker ook aan ons hotelletje in Keetmanshoop (Namibie 2006). Een groot hotel dat glanst op de foto's van twintig jaar geleden, maar dat nu bedekt is met de stof van vergane glorie. Lange, zware stoffige gordijnen en een platgetrapte pluche vloerbedekking vormen het décor voor de schilderijen die aan het begin van de vorige eeuw aan een inmiddels roestige spijker zijn opgehangen.
We zijn nogal vroeg. Het is twaalf uur. De “feldwebel” achter de balie maakt ons in korte en krachtige zinnen duidelijk dat we te vroeg zijn en dat onze kamer pas om twee uur gereed is. Dit laatste verbaast ons want volgens ons zijn we de enige gasten hier! Omdat we niet welkom zijn gaan we weer terug naar waar we vandaan komen en rijden door de omgeving op zoek naar een gelegenheid om te lunchen. Helaas bevinden alle restaurants in dit dorp zich in dezelfde straat. Echter, deze straat zullen we tijdens onze rondrit structureel missen. We rijden rechts het dorp uit. Hier licht het bekende openluchtrestaurant waar we ongeveer een kwartier geleden langs gereden zijn. Bij aankomst blijkt het echter een dicht openlucht restaurant te zijn. We maken rechtsomkeert en rijden nog tien kilometer de andere kant op. Ook hier vinden we uiteindelijk een dicht openluchtrestaurant.
Omdat we geen alternatieven kunnen verzinnen rijden we met flinke tegenzin terug naar het hotel. Een klein kaal en ongezellig cafe, de Lobster Port, is onderdeel van het hotel, en heeft een menukaart met eenzelfde uitstraling. We bestellen ieder een kleinigheid, salade en een ckickenburger en drinken er een glaasje water bij. We moeten uiteindelijk wel de moed erin houden. Tijdens de maaltijd bladeren we door een aantal folders die we inmiddels bij de balie ontvoerd hebben en vinden zo een aantal adressen die we vanmiddag nog kunnen bezoeken.
Om twee uur is onze kamer klaar en hijssen we onze koffers langs een aantal trappen, door de pluche naar boven. We hebben een kamer met balkon en uitzicht op de fabrieksschoorsteen. Tussen de gebouwen door zien we in de verte het blauw van de zee. We verzamelen onze fotospullen en verlaten het hotel bijna net zo snel als dat we het binnengekomen zijn. Als we de straat uit rijden komen we aan de haven. Deze straat hebben we vanmorgen structureel gemist. Hier liggen een aantal restaurans en curiosity shops.
We zoeken een plaatsje op het terras en bestellen een flesje wijn. Omdat het in de zon best wel warm is, zoeken we een plekje in de schaduw. Tegen vijf uur verlaten we het terras en lopen langzaam richting het vogeleiland. De ondergaande zon zorgt voor mooi licht en de af en aan vliegende meeuwen geven de valse start van deze middag toch nog enige glans. Als we de haven verlaten worden we nog vergezeld door de plaatselijke jeugd die hun schelpenkettingen willen verkopen. We kopen niets maar we vullen wel een aantal gierige handen met snoep, hetgeen een aantal dankies en lachende gezichten oplevert.
“Dineren” doen we in het hotel. Als voorgerecht bestellen we gebakken Camembert met rode bessensaus. Hoofdgerecht zal bestaan uit spareribs. De naam van het voorgerecht had eigenlijk anders moeten zijn. Zoiets als: Een bordje met rode bessensaus met als zoekplaatje filodeeg met daarin verborgen, misschien, eventueel, met veel geluk, gesmolten camembert. Gordon Ramsey zou hier spontaan een hoestbui van hebben gekregen!
Het hoofdgerecht was niet veel beter. Morgen en overmorgen eten we in ieder geval buitenshuis!
Lambertbay Hotel.
Dit is beslist geen plek waar je mensen vrijwillig naar toe laat gaan. Wel een plek om ervaring op te doen. Ervaring die je kunt missen.
Lambertsbay, 13 september.
Buiten is het de dertiende, bijgelovig zijn we gelukkig niet.
Laatst aangepast (donderdag, 16 september 2010 15:43)
Foto/Reis Boeken Spirits of Africa
|
|||||