Dag 22 – Olifanten, heel dichtbij
Als we opstaan is het bewolkt. Donkere wolken en een beetje motregen. Dit is slecht weer voor olifanten. Bij dit weer verstopt alle wild zich normaal gesproken tussen de struiken en wacht totdat de zon gaat schijnen. Hoe kan een mens zich vergissen!
Na een weldadige ontbijt dat bestaat uit zelfgemaakt brood, zelfgemaakte kaas en jam, vers fruit en verse eieren, nemen we afscheid van Keith Rosedale en zijn vrouw. In het park rijden we meteen naar “Harpoor”, het grote waterhole. Hier verwachten we wel iets te zien. De afstand vanaf de ingang tot aan dit waterhole isongeveer 10 kilometer. Onderweg komen we een aantal vechtende kudu's tegen en een paar verdwaalde warthogs. Bij Harpoor staat er welgeteld één olifant. Daar waar er gisteren meer dan honderd stonden is het nu leeg. Deze grote olifant heeft het na 10 minuten ook wel gezien en wandelt op z'n gemak de bosjes in. We rijden hem een stukje achterna, maar zoals gisteren reeds gezegd, twee stappen tussen de struiken en een olifant van meer dan twee meter hoog verdwijnt als sneeuw voor de zon.
We rijden verder en na de volgende bocht staan we midden tussen de olifanten. Links en rechts van de straat, grote en kleineeetmachines. In een rap tempo wordt alles wat eetbaar is verslonden. Een spoor van vernieling nalatend trekt deze groep richting zuiden. Het valt ons op dat in het noordelijk deel van het park, daar waar veel mensen rondrijden, weinig activiteit is wat betreft olifanten. Bij vorige bezoeken lagen de straten hier bezaait met olifantenmest en afgebroken takken. Nu zijn de straten schoon.
We besluiten ook verder te rijden naar het zuiden. Dit is het gedeelte van het park dat nog niet zolang geleden aan Addo is toegevoegd. We kiezen voor Harvey's loop. Vanaf Harpoor is dit een tochtje vanongeveer dertig kilometer. We rijden de loop in. Afgeleid door een wildzwijn aan de linker kant moet ik plotseling remmen als een kudde olifanten recht op ons af komt. Het is prachtig om te zien hoe de kleine olifantjes door de ietwat grotere omringd worden. De grote moeder of tante olifant loop er achter aan en al duwend met slurf af slagtand wordt de richting bepaald waar het naar toe moet gaan.
De straten liggen vol met verse mest en takken. We rijden honderd meter verder. Uit de struiken klinkt een gekraak van jewelste en als de ene kudde achter ons verdwijnt komt de volgende uit de struiken. We kunnen niet meer voor of achteruit. Overal olifanten. Een klein fantje wordt geholpen bij de lunch. Grote broer buigt een grote tak met sappige blaadjes naar de grond zodat het kleine fantje gulzig kan snoepen. Voor ons twee pubers die een robbertje vechten. Een beetje uitkijken moeten ze wel. Het scheelt niet veel of een van deze gasten zit boven op onze moterkap. Als plotseling de grote bul uit de struiken komt wordt het stil in de auto. Wat een kolos! Met een statige tred en zijn vooruitstekende slagtanden schrijdt hij voor onze auto langs naar de andere kant van de weg. Zelfs onze fototoestellen zijn er stil van. Pfff... Dit was close. De pubers vechten nog steeds en van achteren nadert een derde. Met zijn drieën beginnen ze een slurf gevecht. Wat een schouwspel. Na enige minuten lijken de de drie slurven wel verstrikt in een Gordiaanse knoop maar na een heftig heen en weer schudden valtuiteindelijk weer alles uit elkaar. Na zo'n dikke driekwartier gaat het weer verder. De olifanten verdwijnen weer tussen de bosjes en wij rijden langzaam en vol adrenaline onze route uit.
Als we even stoppen voor een sanitaire stop, praten we kort met een Duits stel. Zij zijn daar waar wij rechts afgeslagen zijn, naar links gegaan. Zij hebben helemaal niets gezien en zijn zeer teleurgesteld in Addo. Zo zie je dat je ook een beetje geluk moet hebben. Maar ja de ene dag zien zij wat, de andere dag wij. En vandaag waren wij de gelukkigen. Ik geef ze nog de tip om naar Harpoor te rijden, misschien dat ze daar nog wat kunnen zien
Op de terugweg rijden we ook langs Harpoor. Er staat net als vanmorgen maar een olifant. Maar in de verte zien we een aantal kudde's naderen en binnen een kwartier is het weer spitsuur en staan de olifanten overal. Er zijn een hoop kleine olifantjes en die moeten beschermd worden. We hadden een mooi plaatsje aan de rand van de waterhole uitgezocht maar een aantal grote olifanten vindt echter dat we te dicht bij staan. Ze komen heel langzaam dichterbij en kijken ons met hun rode kraal ogen doordringend aan. Ik acht het raadzaam om wat ruimte te creëren en een paar meter op te schuiven. Het wordt door de grootste olifant gewaardeerd. Hij draait zich weer om waarna de andere twee ook volgen. Het Duitse stel is inmiddels ook gearriveerd en aan de grote glimlach op hun gezichten kunnen we aflezen dat nu ook hun dag toch wel geslaagd is.
Op de terugweg naar Bedford wordt het nog even spannend. De wolken hangen laag en het regent. Als we de pas over rijden zien we geen hand voor ogen meer. Net als afgelopen jaar in God's Window hangen de wolken tot op de grond en heeft men het licht uitgedaan. We rijden achter een grote vrachtwagen aan en volgen de kleine rode puntjes van zijn achterlichten. Uiteindelijk komen we toch weer goed in Bedford aan. We praten nog even na op de veranda maar gaan vroeg naar bed.
Bedford, 16 november,
Buiten is het nog steeds mistig en spelen de olifanten verstoppertje tussen de bosjes
Laatst aangepast (vrijdag, 13 januari 2012 16:55)
Foto/Reis Boeken Spirits of Africa
|
|||||