DAG14 - Zand, zand en zand
... Om kwart over zes gaat de wekker. Om zeven uur zijn we onderweg naar de rode duinen. De ingang naar het meest beroemde deel van de Namibische duinen en zonder twijfel een van de grootste bezienswaardigheden van Namibië ligt in ...
Zand, zand en zand.
Om kwart over zes gaat de wekker. Om zeven uur zijn we onderweg naar de rode duinen. De ingang naar het meest beroemde deel van de Namibische duinen en zonder twijfel een van de grootste bezienswaardigheden van Namibië ligt in Sesriem, de Sossusvlei. Sossusvlei betekent: 'verzamelplaats van water'. De valei ligt ongeveer zestig kilometer naar het westen. Omdat de weg er naar toe geasfalteerd is zal de rit ongeveer een uur gaan duren. We wachten aan de receptie op onze gids samen met nog twee gasten die ons op deze trip zullen vergezellen. We drinken nog een kop koffie om wakker te worden en als onze gids arriveert, vertrekken we. De Sossusvlei ligt in beschermd gebied en mag alleen betreden worden met een geldig entree bewijs. De gids heeft dit alles al voor ons geregeld. We vertrekken van onze parkeerplaats en aan onze linkerhand zien we de zon op komen. De dunne nevel die over het landschap hangt en de net wakker geworden zonnestralen smelten samen tot een feeëriek, sprookjesachtig schilderij.
Als we na tien minuten de poort van de valei bereiken en de vrouwelijke bewaker ons een prettige dag heeft gewenst, wordt ook onze gids wakker en in een helder moment herinnert hij zich dat we in de vallei zullen ontbijten. Hij is echter de grote picknickmand vergeten en dus draaien we om. Als we de parkeerplaats van ons camp op rijden staan al twee mannen met in hun midden onze picknickmand te wachten. Weer tien minuten en nog een prettige dag verder later, zijn we op weg naar de rode duinen.
De beroemde duinen in deze valei zijn geliefd bij menig fotograaf. Hier liggen duizenden motieven. De mooiste in de vroege morgen of in de late namiddag als het licht en de schaduwen de driedimensionale vormen in het landschap benadrukken.
De indrukken die we onderweg verzamelen zijn zoals al eerder vermeld, niet met woorden maar ook niet met fotos te beschrijven. Het spel van licht en donker, de bizarre vormen gevormd door de schaduwen in het rode zand, zijn overweldigend. Deze indrukken zijn mooier als het mooiste fotoboek. In zon boek zie je altijd maar één heuvel, of misschien twee of drie tegelijk. In werkelijkheid rijgen de schaduwen de ene na de andere duin aan elkaar. Hoe verder we komen hoe hoger en roder de duinen worden.
Onderweg komen we nog een hete luchtballon tegen die het hele schouwspel vanuit de lucht registreert.
Na een aantal kilometers stoppen we op een kleine parkeerplaats. De heuvel die we hier zien blijkt de beroemdste duin ter wereld en staat in iedere folder en boek over Namibië. Dune fourtyfive, oftewel Duin vijfenveertig. Deze duin is niet de vijfenveertigste duin die we hier tegenkomen maar ligt ongeveer vijfenveertig kilometer van Sesriem, vandaar de naam. Uiteraard wil ik hier ook een aantal plaatjes maken. Een overmoedige toerist die twintig meter de heuvel op klimt, om vervolgens zwetend in het zand te blijven steken, blijft echter door mijn beeld huppelen. De hoop op een fotoboek foto wordt hierdoor verijdeld. Uiteindelijk zal er nog veel meer zand en zullen er zeker ook nog genoeg gelegenheden om mooie fotos te maken komen.
Na zestig kilometer komen we aan het punt waar de asfaltweg over gaat in diep rul zand. Van hier uit gaat het alleen maar verder met vier wiel aangedreven voertuigen. Op een kleine parkeerplaats kun je hier je auto parkeren en met een soort pendeldienst wordt je verder de valei in getransporteerd. Op een afgesproken tijdstip wordt je dan weer opgehaald en teruggebracht naar je auto.
Wij maken hier geen gebruik van en rijden door het diepe zand een avontuurlijk ritje tegemoet. Onderweg zien we tussen de schijnbare dorre planten toch nog een heleboel tekenen van leven, zoals pompoenen, maar ook bloemen, hagedissen en veel vogels.
Uiteindelijk stoppen we en parkeren de auto in de schaduw van een paar hoge bomen. Van hier uit gaat het te voet verder naar Deadvlei. Deze valei is zoals de naam al zegt een dood stuk land. Tussen de hoge duinen ligt een grote klei vlakte, miljoenen jaren geleden gevormd door water. Als het veel regent en er genoeg water verzameld wordt, wordt deze vlakte eens de zoveel jaren weer gevuld. Normaal gesproken is Deadvlei echter helemaal, droog. Alleen de skeletten van door de zon verbrande acacias, sommigen meer dan vijfhonderd jaar oud, bepalen hier het landschap.
We worden allemaal voorzien van een fles water. Hoeden en petten worden opgezet, moed wordt verzameld en dan beginnen we aan onze anderhalve kilometer lange wandeling. Ondanks de korte afstand is het een tamelijke onderneming. Je loopt niet alleen door diep zand maar het gaat ook nog eens berg op. De combinatie van conditie en de felle zon in onze nek is erg inspannend. We zijn dan ook erg blij als we de top van de duin bereikt hebben. Van af de heuveltop kijken we de valei in. De verbrande bomen geven het geheel een nogal spookachtig karakter. We staan hier ook aan de achterkant van de meer dan driehonderdentwintig meter hoge zandduin, Big Daddy genaamd. Ik daal de heuvel nog af om ook van dichtbij deze spookbomen te bekijken. Fascinerend! Je kunt hier de stilte horen. Alle geluiden die er zijn worden geabsorbeerd door de enorme hoeveel heden zand rondom.
Na een korte pauze lopen we dezelfde weg weer terug. Bergaf gaat wel makkelijker, maar de zon brandt nog steeds even fel of misschien wel feller. Bij terugkomst zoeken we een schaduwrijk plekje ondereen van de hoge acacia bomen.
De picknickmand wordt uitgepakt en de tafel wordt gedekt. We genieten van een uitgebreid ontbijt met koffie, appelsap, franse kaas en andere lekkernijen.
Na het ontbijt is er nog de gelegenheid om op eigen houtje een duin te beklimmen. Onze medereizigers, een stuk jonger dan wij, vinden dit een uitdaging en gaan op pad. Zelf loop ik nog een beetje rond en verzamel nog wat souvenirs in de vorm van rood zand. Tegen half twaalf is het gezelschap weer compleet en rijden we weer terug naar ons camp.
Het is warmer dan gisteren en ook vandaag is de airco op onze kamer een welkome luxe. Tegen drie uur gaan we naar de bar en bestellen we een fles koud water en een paar nog koudere biertjes. Langzaam wordt Veronika nerveus. Vandaag vertrekken namelijk Jolanda en Maarten richting Namibië. En morgen zullen we ons in Swakopmund treffen.
Het is op dit moment kwart over zes het moment waarop ze in Aken in de trein stappen om aan hun avontuurlijke reis te beginnen.
Om acht uur gaan we net zoals gisteren genieten van het meer dan uitgebreide buffet. Om half tien naar bed. Morgen zullen we Jolanda en Maarten treffen ...
Diner:
Hoofdgerecht: Nudels met diverse soorten vlees zoals struisvogel en kudu gecombineerd met een heerlijk pittige chili-saus. Kippenpootjes en gegrilde zalm.
Wijn: Boschendal, Blanc de Noir 2003
Laatst aangepast (zaterdag, 20 juni 2009 17:52)
Foto/Reis Boeken Spirits of Africa
|
|||||